2.5 Het belang van onderlinge verbondenheid en samenwerking
2.0 Beschrijving van de module
2.1 Wat is samenwerking & samenwerkend mentorschap?
2.2 De voordelen van samenwerkende mentorschap & virtuele samenwerking
2.3 Soorten Europees samenwerkend mentorschap in een digitaal tijdperk
2.4 Jezelf voorbereiden op samenwerkend mentorschap
In de volgende paragrafen leer je over “Peer” relaties en enkele tools die je kunt gebruiken om te verbinden en samen te werken. Voordat je verder gaat, denk eerst eens na over het type samenwerker dat je zelf bent en over de vaardigheden die je nodig hebt om optimaal te kunnen profiteren van samenwerkend leren.
De aanvoerder
Iemand met grote ideeën, die discussies start en samenwerking initieert en veel creatieve energie heeft
De expert
Borderline nerd, houdt van het uitproberen en beheersen van nieuwe en innovatieve manieren van werken
Het sociale type
Natuurlijke verteller en verbinder, goede communicatieve vaardigheden en is gewend aan sociaal verkeer op Facebook, Twitter etc
De solist
Vindt het leuk om alleen te werken, is vaak terughoudend om werkzaamheden te delen, houdt ervan om informatie te verzamelen.
De Dinosaurus
Het gewoontedier, dat niet graag nieuwe dingen uitprobeert, moet worden aangemoedigd om nieuwe tools te gaan gebruiken.
De Scepticus
Kan zeer luidruchtige tegenstander zijn van samenwerking, vaak gericht op de WZEVMI-mentaliteit (wat zit er voor mij in?)
De directie
Besluitvormer die gedreven wordt door de tijd,
snelheid en efficiëntie
De Stealth Ninja
Houdt ervan om zich gedeisd te houden en overzicht te houden zonder al te veel betrokken te raken.
De Roosteraar
Houdt ervan om georganiseerd te zijn, is operationeel gericht en wil graag dingen gedaan krijgen, houdt van lijsten en actieplannen.
- Motivatie
Om de samenwerking te laten slagen, moeten mentoren ervoor zorgen dat alle betrokkenen het gevoel hebben dat ze iets te winnen hebben bij de samenwerking en dat ze een belangrijk onderdeel vormen van het werken aan een waardevol eindresultaat. Om dit succesvol te laten zijn, moet iedereen weten wat de voordelen zijn!
- Probleemoplossing
Om de samenwerking te laten slagen, moeten de deelnemers samenwerken om problemen op te lossen en advies, vaardigheden en hulp bieden wanneer dat nodig is. Twee gedachten zijn beter dan één, maar nog beter, wat dacht je van drie of vier?
- Diversiteit
Samenwerking stimuleert de deelnemers om na te denken over alternatieven. Samenwerking werkt het beste wanneer de groep een breed scala aan vaardigheden heeft en de deelnemers verschillende expertises hebben.
- Teamwerk
Samenwerking brengt individuen samen in een groepsentiteit met een gezamenlijk doel voor ogen.
- Betrokkenheid
Samenwerking stimuleert iedereen om een actieve speler te zijn. De deelnemers beslissen wanneer er dingen moeten gebeuren en zorgen er vervolgens voor dat ze gebeuren.
- Geef en ontvang feedback van collega’s of andere teamleden om de taak uit te voeren
- Deel de eer voor goede ideeën met anderen
- Erken de vaardigheden, ervaring, creativiteit en bijdragen van anderen
- Luister naar en erken de gevoelens, zorgen, meningen en ideeën van anderen
- Ga verder in op de ideeën van een collega of teamlid
- Uit je persoonlijke mening en verschil van mening op een tactvolle wijze
- Luister geduldig naar anderen in conflictsituaties
- Definieer problemen op een niet-bedreigende manier
- Ondersteun groepsbeslissingen, ook al is er geen volledige overeenstemming
- Geef en vraag input van anderen (bij het formuleren van plannen voor aanbevelingen)
- Help anderen bij het oplossen van problemen en het bereiken van eigen doelen
- Deel informatie, ideeën en suggesties
- Vraag om hulp bij het identificeren en bereiken van doelen en het oplossen van problemen
- Controleer of er overeenstemming is, en zet je in voor gezamenlijke doelen.
- Breng anderen tijdig op de hoogte van veranderingen of problemen
- Doe procedurele suggesties om de vooruitgang van de doelstellingen aan te moedigen
- Controleer op begrip
- Onderhandel om een “win-win” resultaat te bereiken
Open tegenover gesloten samenwerking
Open samenwerkend leren
- Iedereen kan aansluiten en iedereen kan meedoen
- Er wordt een probleem vastgesteld/gepubliceerd dat de samenwerking op gang brengt, zodat iedereen eraan kan bijdragen
- Er wordt steun gezocht bij een onbeperkt aantal probleemoplossers, die een bijdrage kunnen leveren
- Kan worden gebruikt wanneer het onderwerp niet goed gedefinieerd is
- Het moet voor de deelnemers gemakkelijk zijn om ideeën, werk en middelen in te brengen
Tijd en plaats – Ook qua timing en plaats kan de samenwerking verschillen
Real time samenwerking
- Wanneer iedereen in real time met elkaar in contact komt, is dit meestal face to face, zoals in vergaderingen/discussies, d.w.z. op dezelfde tijd, dezelfde plaats.
- Maakt het mogelijk om onmiddellijk te reageren en feedback te geven.
- Dankzij de technologie hoeven we echter niet meer op hetzelfde moment en op dezelfde plaats te zijn om te communiceren en samen te werken.
- Technologie stelt ons in staat om samen te werken op hetzelfde moment, maar op verschillende plaatsen.
Leiderschap kan ook onderscheidend zijn bij het samenwerkend leerproces
Gelijke status
- In dit samenwerkingsmodel hebben alle deelnemers een gelijke status.
- Alle deelnemers delen hun uitdagingen en bedenken samen oplossingen
Gesloten samenwerkend leren
- Komt voor in privé-groepen waar de toegang beperkt of gematigd is
- Hier pakken medewerkers problemen aan in kleine groepen met één of meerdere mensen.
- Deelnemers worden gekozen door een manager, docent of een groepsleider
- Bestaat meestal uit een kleiner aantal deelnemers dan bij het open model
- Kan bijvoorbeeld in-company gebruikt worden of bij samenwerking tussen scholen
- Is het beste te gebruiken wanneer het onderwerp goed is afgebakend en het mogelijk is om de meest geschikte bijdragers aan het project te bepalen
Andere tijd
- Dit komt voor als tijd niet van belang is en de antwoorden niet onmiddellijk nodig zijn – een voorbeeld hiervan is e-mail.
- De technologie heeft ook invloed gehad op de manier waarop deze vorm van samenwerking plaatsvindt, waardoor deze flexibel is: altijd en overal beschikbaar.
- Kan gebruikt worden voor één-op-één communicatie en één-op-veel communicatie.
- Bijdrage aan de discussie kan gelijkmatiger worden verdeeld.
Individuele leider
- Komt voor als het proces ‘Top-Down’ is. Een baas, leerkracht of groepsleider leidt en zet de toon voor het gezamenlijke leerproces.